kerk

de kerk als restaurant

Ik ben een groot bewonderaar van het werk van James Alison. Hij is een theoloog met een heldere visie op het wezen van mens-zijn en op het grote project van God met de mensheid, zoals we dat verwoord vinden in de taal van de bijbel. In zijn cursus, Jesus the Forgiving Victim. Listening for the Unheard Voice, weet hij die visie briljant over te brengen. Alle grote geloofsthema’s komen aan bod, waarbij hij zijn antropologie uitlegt, bijbelpassages analyseert en interpreteert en voorbeelden geeft. Hij neemt ons als lezer of deelnemer van de cursus mee in zijn verhaal door ons te vragen ons voorstellingsvermogen in te zetten, als hij een lastig punt duidelijk wil maken. Het eerste beeld dat hij gebruikt om het wezen van “kerk” te verhelderen, is het beeld van een restaurant (verderop in de cursus gebruikt hij nog andere).

Stel je een Bijzonder Goed restaurant voor. En jij bent een Echt Edele Gast in dit Restaurant. Je bent in het Restaurant uitgenodigd voor een magnifiek diner, zo eentje waar zelfs jouw Nobele smaakpapillen onvoldoende op voorbereid zijn. Je hebt gehoord over de Chef, hoewel niemand hem meer gezien heeft sinds vlak na de opening. Het zou zelfs kunnen, zoals in de film Ratatouille, dat de Chefkok een rat blijkt te zijn. Hoe het ook zij, de Chef is druk bezig in de keuken achter het soort klapdeuren, waar obers balancerend met grote stapels borden en schotels doorheen komen. Er zijn twee redenen waarom je bent uitgenodigd, die eigenlijk een en dezelfde zijn: omdat de Chef om je geeft en omdat hij jou wil voeden. In feite is dit de manier waarop de Chef laat zien, dat hij blij is met jou: door je het allerbeste voor te schotelen en wel op zo’n manier, dat je je nog bewuster wordt hoe nobel, bevoorrecht en rijk je bent. Je komt in een steeds beter humeur.

Zoals in ieder goed restaurant heb je ook hier obers en sommeliers. Hun taak is om zich heen en weer te haasten tussen de keuken, de kelder en de tafels en jou menu’s, suggesties, bestek en borden aan te bieden en uiteindelijk het voedsel en de drank te serveren, die jou schikken. Behalve dat er in dit restaurant iets niet klopt. De obers hebben een ernstig probleem met hun perspectief. Zij lijken te geloven, dat het restaurant helemaal om hen draait, terwijl het hun taak is om de Chef te dienen door de gasten te dienen, die de Chef wil voeden. Maar terwijl de Chef zijn maaltijden bereidt en de edele gasten steeds meer ontspannen raken in het besef hoe bevoorrecht zij zijn, zijn de obers verwikkeld in permanent dramatisch fluisterend gekissebis. Soms gaat het om wie de gastheer is, of dat er überhaupt een gastheer nodig is. Soms is er ruzie over het geslacht, de huwelijkse staat of (mijn God!) zelfs over de seksuele identiteit van de obers.

Zij schijnen uit hun bezoekjes aan de keuken opgepikt te hebben, dat zij niet alleen op een of andere manier verlengstuk zijn van de Chef, maar dat ze zelfs beter dan de Chef weten wie de gasten zijn en wat goed voor hen is. Zij geven gasten dus allerlei gekleurde voorstellingen van het menu, die hen goed passen maar de rijkdom van het aanbod behoorlijk inperken. En soms maken zij heel erg duidelijk dat zij een hekel hebben aan bepaalde gasten en dat die niet in het restaurant thuishoren. Ze weigeren hen te bedienen of serveren alleen kleine porties. Wonderbaarlijk genoeg kunnen zij de maaltijd niet vergiftigen, maar ze kunnen de atmosfeer wel behoorlijk verpesten. Maar gelukkig laten Echt Edele Gasten zich niet op stang jagen. Ze zijn zich er zeer goed van bewust dat ze door de Edele Chef zelf uitgenodigd zijn, de ware bron van Adeldom. Ze zijn in staat om geamuseerd uit te roepen: “Het is ook zo moeilijk om tegenwoordig nog goede service te krijgen!” De Edele Gasten zijn ontspannen in het besef dat de Edele Chef onbewogen doorgaat om zijn gaven uit te delen, via niet-geüniformeerd personeel dat de obers niet eens opmerken.

Dit restaurant met een probleem tovert ons uiteraard de kerk in onze eigen tijd voor ogen. Veel discussies over wat Kerk inhoudt, komen voort uit een ober-perspectief en gaan ervan uit dat Kerk meer van doen heeft met obers dan waar het echt om gaat. Maar in feite draait Kerk helemaal om de Chef die iets uitgeeft aan zijn gasten en om wat de gasten vervolgens doen met de energie die zij bij hem opdoen. Kerk draait om de Chef en de gasten, niet om de bedienaars, de obers. Dat is een boodschap die mijn eigen bisschop, mgr. De Korte, gelukkig beter begrijpt dan onze aartsbisschop, mgr. Eijk. In zijn bisdom is het voor de gasten veel moeilijker om hun adeldom te koesteren, zeker als de gastheer van mening is dat het om de obers draait en 90% van de restaurants laat sluiten. Als je dan verkondigt dat gasten tegenwoordig menen geen eten nodig te hebben, dan verlaten zij bitter teleurgesteld ook het laatste overgebleven restaurant. En dat is triest.