kerk zijn
Vorige week schreef ik hier een bijdrage over katholiek worden onder de titel Katholiek? De aanleiding voor deze bijdrage was het interview van een Amerikaanse tv-zender met de huis- of hoftheoloog van paus Franciscus, de Poolse Dominicaan Wojciech Giertych. Ik was op dit interview geattendeerd door de nieuwsbrief van de Dominicaanse gemeenschap in Nederland, waarop ik geabonneerd ben. Het artikel over dit interview op de website van Dominicaans Nederland heeft veel reacties losgemaakt. Zelf heb ik daar ook aan bijgedragen en het doet mij heel erg goed, dat mijn persoonlijke reacties zoveel ondersteunende en warme respons opgeleverd heeft van mensen die ik persoonlijk helemaal niet ken. Mensen die zich goed kunnen verplaatsen in een ander en die, om het christelijk te zeggen, ware naastenliefde tonen. Dit in tegenstelling tot de man die de aanleiding was van al deze commotie, al denkt hijzelf daar natuurlijk anders over. Je helpt mensen met “dat probleem” immers het beste “door hen de waarheid te zeggen?”
Mijn reacties op Giertychs verhaal en de zoektocht waarvan ik hier als Thuismonnik verslag doe, riepen bij sommige lezers van Dominicaans Nederland herkenning op. Bijvoorbeeld bij Raymond Meulendijk, weer iemand die ik nog nooit gezien of gesproken heb, maar die net als ik een open en persoonlijke reactie gaf. Het is fijn om te weten dat ik niet alleen sta in mijn zoektocht naar een religieus en spiritueel thuis met een katholieke kleur. Ook herkent hij mijn twijfels en aarzeling bij die tocht, wanneer er vanuit Rome geluiden komen zoals in het interview: “Mijn inmiddels overleden vader was homoseksueel en daardoor roepen uitspraken zoals die van Giertych ook bij mij vragen op als ‘hoe kan ik kiezen voor iets dat zo haaks staat op mijn overtuigingen en ideeën?’ Wat fijn dat iemand als Leo er dan is en terecht de nadruk legt op de ‘bodem’ van de kerk.”
De Leo waarover hij het heeft, is Leo Raph. A. de Jong o.p. Hij is Dominicaan, zoals blijkt uit de letters o.p. (ordo preadicatorum of orde der predikheren). Ik citeer graag uit zijn reactie op Dominicaans Nederland omdat daaruit een visie op het wezen van kerk blijkt, die mij na alle commotie weer verzoent met de weg die ik momenteel bewandel. Het wezen van kerk is voor mij, dat ze bestaat uit mensen, die als gemeenschap in naastenliefde verbonden zijn met elkaar en met God. “Voor zover dat mogelijk is kan ik jouw teleurstelling mede aanvoelen. Het enige, dat ik jou kan antwoorden is de formulering, die ik zelf vaak in onze kerk gebruik, voordat wij te communie gaan: “Omdat niet wij het zijn, die aan deze Tafel uitnodigen, maar de verrezen Heer zelf, mag ieder, die zich genodigd weet, naar voren komen en samen met ons te communie gaan”. Lijkt me heel wat christelijker dan al die kerkelijke uitspraken, waar jij pijn aan hebt. En ook wij zijn Rooms Katholiek. Want de eeuwige is niet alleen aanwezig bij de hiërarchie – al denken zij dat soms wel – maar juist, en misschien bij voorkeur op de bodem van de kerk. En dat zijn wij.“
Wat is dus het mooie resultaat van al dat geworstel? Dat helder geworden is, wat voor mij het wezen van “kerk” uitmaakt. Het etymologisch woordenboek geeft aan dat dit woord afkomstig is van het vulgair Griekse kūrikón, dat ‘huis van de heer’ betekent. Etymologisch verwijst de kerk dus naar het gebouw of het instituut, niet naar de mensen. Zonder mensen is zo’n gebouw echter leeg. Zonder gehoorzame onderdanen is zo’n instituut een tandeloze tijger, die op een van de heuvels van Rome weliswaar hard brult, maar zichzelf ook steeds onmogelijker maakt. Mijn kerk is de kerk van Leo de Jong en van de broeders in Huissen, niet de kerk die Giertych in Rome propageert.