inspiratie,  klooster,  monnik

dominicanen

Mijn eerste bezoek aan een klooster was aan de St. Paulusabdij in Oosterhout, een benedictijns klooster. Benedictijnen zijn een contemplatieve orde: zij richten zich sterk op een innerlijk leven en werken in en om het klooster waar zij wonen. Ze zijn meestal niet erg naar buiten gericht (hoewel voormalig bisschop van Rotterdam Mgr. Bär benedictijn is) en in het publieke debat zul je ze dan ook niet tegenkomen. Ook cisterciënzers of trappisten zijn contemplatieve monniken en monialen. Na mijn bezoek aan Oosterhout ben ik nog in vele kloosters te gast geweest, alleen of in gezelschap tijdens een reis met De Wandelmaat, en meestal waren dit contemplatieve kloosters. De stilte, het ritme, de getijden: ze raken mij en zijn belangrijk voor mij, wat je ook overal op deze website terug vindt. Maar het laatste jaar begint een andere loot aan de stam van de kloosterboom voor mij steeds meer te bloeien: de orde van de Dominicanen. En dat noopt mij als Thuismonnik tot zelfreflectie.

De Dominicanen in Nederland zijn verdeeld over enkele gemeenschappen en/of kloosters. Een van de bekendste daarvan is het Dominicanenklooster in Huissen, dat een jarenlange traditie heeft van cursussen en bijeenkomsten voor bezinning, bezieling en beweging. Al voordat ik actiever kloosters bezocht, had ik van hen gehoord als bijzonder cursuscentrum. Maar de Dominicanen hebben ook een actieve en steeds groeiende lekenbeweging: mensen die geïnspireerd door het Dominicaanse gedachtegoed buiten de kloostermuren leven, al of niet werken of een gezin hebben en hun inspiratie actief uitdragen in de buitenwereld. Het ordedevies van de Dominicanen luidt contemplari et contemplata aliis tradere: datgene wat wij door overweging hebben mogen ontvangen, willen wij doorgeven aan anderen. Dominicanen nemen iets waar of bestuderen het, ze gaan bij zichzelf naar binnen en overwegen het waargenomene, en ze dragen vervolgens actief uit. Dominicanen hebben een mening. In het Nederlands heet hun orde: orde der predikers (vroeger: predikheren).

Bij de Dominicanen in Huissen voel ik mij thuis. Ik heb er mooie programma’s gevolgd zoals een stilteretraite en een Gregoriaanse studieweek, maar ik heb er ook prachtig mogen vieren tijdens de Goede Week. De Dominicanen die ik ken, zijn open en tolerant en betrokken op mensen en maatschappij. Homoseksualiteit is voor hen een normaal en geaccepteerd gegeven en iedereen wordt uitgenodigd deel te nemen aan de eucharistie. Ook de theoloog James Alison van wie ik een lezing over Paulus’ brief aan de Romeinen heb vertaald, was Dominicaan voordat hij uittrad. Zij zijn (in ieder geval in Nederland) een kritische luis in de pels van de katholieke kerk, maar ook in onze steeds egoïstischer maatschappij. Dominicanen kom je wel tegen in het publieke debat. Zij laten mij zien hoe je vanuit geloof en overtuiging kloosterling kunt zijn en positief kritisch actief deel kunt nemen aan de samenleving. Waarbij de waarde van ieder mens voorop staat. Persoonlijk heb ik het vaste ritme, de vele gebedsmomenten en de stilte van een contemplatief klooster nodig om in mijzelf te keren en tot rust te komen. Benedictijnen en trappisten voeden mij (ook intellectueel en met bier en kaas), maar Dominicanen zijn voor mij voorbeelden, hoe ik als Thuismonnik ook mijn leven zou willen inrichten. Een soort rolmodel, zeg maar.