geloof,  God,  Jezus

kruisweg

Vandaag is het 15 april, Goede Vrijdag 2022. Ondanks mijn goede voornemen heb ik vanmiddag niet de gang naar de kerk gemaakt. Voor mij geen Kruisweg verzorgd door de “Leden van de werkgroep” van mijn parochie. Thuis, voor mijn huisaltaar met daarop een Christus-icoon en daarboven een crucifix, ben ik alleen de Kruisweg gegaan. In Willem Jan Ottens nieuwe boek, Zondagmorgen. Over het missen van de mis, vond ik veertien prachtige meditaties bij de Kruisweg. Met zijn meditaties als leidraad heb ik biddend stil gestaan bij elk van de staties, een tocht van ongeveer een uur. Het was een mooie ervaring en voor mij de eerste keer dat ik de Kruisweg ben gegaan. De tocht leverde bijzondere inzichten en gedachten op.

inleven

Van mijn Geestelijke Oefeningen bij de jezuïeten heb ik geleerd om mij in het gebed in een scène in te leven. Zo haal je het verhaal van de bijbel dichtbij, doordat je de gevoelens begint te ervaren die die persoon wellicht heeft gehad. Maar het roept ook je eigen persoonlijke gevoelens wakker, doordat ervaringen uit je eigen leven worden aangeraakt. Zo raken het verhaal uit de bijbel en je eigen levensverhaal elkaar. En in die gevoelens is God te vinden. In die gevoelens spreekt God tot ons, zegt Ignatius van Loyola. Inleven gaat eenvoudiger bij een meer filmische scène. En dat is de Kruisweg met zijn veertien benoemde staties zeer zeker. De meditaties van Otten brachten de veertien momenten dicht bij mijzelf door hun inhoud en literaire kracht. En daarbij viel mij iets op.

Bij de eerste zes à zeven staties kostte het mij niet heel veel moeite om mij te verplaatsen in Jezus. Vanuit mijzelf en met behulp van Otten was het goed mogelijk om mij bijvoorbeeld in de tweede statie in te leven: Jezus neemt het kruis op zijn schouders. Otten eindigt die meditatie met: “Hij spiegelt, zelf zonder zonde, de zonden van de wereld.” Ik zag dat de mensen langs de weg in mij een godslasteraar, moordenaar, slaaf of besmettelijk zieke zagen. Ook de zesde statie, Veronica droogt het aanschijn van Jezus af, lukte nog wel. Maar daarna werd het steeds lastiger het perspectief van Jezus vast te houden. Vanzelf, zonder dat ik dat aanvankelijk in de gaten had, verschoof mijn perspectief naar de omstanders.

mens en god

De katholieke kerk kent het dogma van de zgn. tweenaturenleer. Die houdt in dat Jezus zowel volledig goddelijk als volledig menselijk was en dat deze beide naturen ongescheiden en onvermengd zijn. Dit is een diepe waarheid – daarom is het ook een dogma – die met het verstand eigenlijk niet te bevatten is. Toch heeft dit dogma mijn verstand vanmiddag geholpen om meer begrip te krijgen voor wat er tijdens de Kruisweg gebeurde. In ieder geval tijdens mijn meebeleefde Kruisweg en misschien ook tijdens de echte Kruisweg: Jezus’ gang naar Golgotha. Zelfs Jezus’ laatste woorden krijgen er een andere lading door. Maar wel binnen de beperkingen van mijn menselijke verstand.

Bij de aanvang van de Kruisweg is de mens Jezus veroordeeld en gaat op weg naar Golgotha. Ik verplaats mij in Hem, in zijn menselijke natuur. Vanuit dit menselijke perspectief zie ik wat er om mij/Hem heen gebeurt. Vanuit mijn kennis van zijn levensverhaal in de bijbel begrijp ik in dit perspectief zijn reacties. Ik voel de zwaarte van het kruis en ik wankel. Als ik merk dat iemand mij helpt het kruis te dragen, krijg ik weer wat moed. Ik treur om hen die mij liefhebben, als ik mijn moeder opmerk in de menigte. Maar Jezus is ook volledig goddelijk. Naarmate Hij de Schedelplaats nadert maakt die natuur het mij steeds lastiger om zijn perspectief vast te houden. Geleidelijk verschuift mijn perspectief naar de omstanders. Hij spreekt bij de elfde statie vanuit zijn goddelijke natuur de onsterfelijke woorden: “Vader vergeef ze, want ze weten niet wat ze doen.”

twaalfde statie

De twaalfde statie is Jezus sterft aan het kruis. De mensenzoon bereikt de uiterste grens. Zijn menselijke natuur ervaart de volstrekte verlorenheid: “Mijn God, mijn God, waarom hebt u mij verlaten?” Voor Jezus lijkt zijn goddelijke natuur van hem afgescheiden te zijn: zijn menselijke natuur voelt zich verlaten. En dan geeft Hij de geest: zijn menselijke natuur laat Hij los, om op te gaan in zijn goddelijke natuur. Zou het zo gegaan zijn? Wetenschappelijk kan het niet, als geloofsdaad wel. Het helpt mij in ieder geval om anders naar zijn sterven aan het kruis te kijken. Zijn kruisiging was een daad van mensen, niet van God. Zijn laatste woorden waren menselijke woorden, ingegeven door zijn dubbele natuur. Niet een verwijt aan Hem die Hij zijn Vader noemde. Het lijden en sterven van Jezus zijn voor mij geen bron van verwijten aan God.