mens zijn
Op 7 december 2016 toen hij 75 jaar werd, verscheen het boek Verheven tijdverspilling – liturgie vieren van Henk Jongerius. Dinsdag jl. overleed hij en vandaag viel mijn oog op zijn boek in de boekenkast. In het boek beschrijft hij hoe liturgie erop gericht moet zijn om de Eeuwige toegang te laten krijgen tot ons mensen. Om daarmee ons te veranderen en te leren waarachtig mens te zijn. Liturgie moet helpen om los van dogma’s en theologie onszelf te openen voor wat Gods Geest wil openbaren. Henk stelt de verwondering en de ervaring voorop in de liturgie, daarna komen pas de leer en de theologie. Hij eindigt het stuk dat ik las, met een lang citaat uit Paulus’ brief aan de Romeinen.
“1 Broeders en zusters, met een beroep op Gods barmhartigheid vraag ik u om uzelf als een levend, heilig en God welgevallig offer in zijn dienst te stellen. Dat is de ware eredienst die van u wordt gevraagd. 2 U moet uzelf niet aanpassen aan deze wereld, maar u veranderen door uw gezindheid te vernieuwen, om zo te ontdekken wat God wil en wat goed, volmaakt en Hem welgevallig is. 3 Met een beroep op de genade die mij geschonken is, zeg ik u allen dat u zichzelf niet hoger moet aanslaan dan u kunt verantwoorden. U moet verstandig over uzelf denken, in overeenstemming met het geloof, de maatstaf die God ieder van u geschonken heeft. 4 Zoals ons ene lichaam vele delen heeft en die delen niet allemaal dezelfde functie hebben, 5 zo zijn we samen één lichaam in Christus en zijn we, ieder apart, elkaars lichaamsdelen. 6 We hebben verschillende gaven, onderscheiden naar de genade die ons geschonken is. Wie de gave heeft te profeteren, moet die in overeenstemming met het geloof gebruiken. 7 Wie de gave heeft bijstand te verlenen, moet bijstand verlenen. Wie de gave heeft te onderwijzen, moet onderwijzen. 8 Wie de gave heeft te troosten, moet troosten. Wie uitdeelt, moet dat zonder bijbedoeling doen. Wie leiding geeft, moet dat doen met volle inzet. Wie barmhartig is, moet daarin blijmoedig zijn.” (Romeinen 12: 1-8)
dominicanen en jezuïeten
Zoals ik Henk Jongerius heb gekend, heeft hij zich Paulus’ woorden helemaal eigen gemaakt. Toen ik Paulus’ woorden las, moest ik onmiddellijk denken aan Ignatius van Loyola’s Geestelijke Oefeningen. De cursieve zinnen in het citaat hierboven heb ik aangebracht. Zij wijzen in mijn ervaringen met de GO precies aan wat Ignatius met zijn oefeningen beoogde. Dat vind ik boeiend, want Ignatius van Loyola was een van de stichters van de jezuïetenorde. Toen ik Henk Jongerius eens vertelde dat ik de GO had gedaan, bromde hij: “wij dominicanen houden niet van jezuïeten”. En vandaag lees ik in zijn boek dat hij ons juist Paulus’ woorden voorhoudt als ideaal. Woorden die de Henk karakteriseren die ik heb leren kennen. Misschien lijken dominicanen en jezuïeten toch wel wat op elkaar, Henk?
Ignatius geeft ons aan het einde van zijn Geestelijke Oefeningen het volgende gebed. Ook met deze woorden zou Henk volgens mij ingestemd hebben als hij ze had gekend.
Neem, Heer, en aanvaard heel mijn vrijheid,
mijn geheugen, mijn verstand en heel mijn wil,
al wat ik heb en bezit.
U hebt het mij gegeven,
aan U, Heer, geef ik het terug.
Alles is van U,
beschik erover geheel volgens uw wil.
Geef dat ik mag liefhebben,
die genade is mij genoeg.