God,  inspiratie,  klooster

thuis

De laatste twee weken zingt er een woord door mijn hoofd dat een steeds belangrijker plaats gaat innemen en dat is het woord thuis. Het is net alsof nu tegen het einde van de anderhalf jaar “Ruimte maken voor de monnik in mijzelf” ineens iets wezenlijks van thuismonnik-zijn oplicht: thuis (monnik) zijn. Alsof de schellen van mijn ogen vallen, realiseer ik mij dat de vraag: Voel ik mij hier thuis?, een heel belangrijk kompas kan zijn bij het maken van keuzes. Precies zoals ik mij in het verleden eens realiseerde dat ik wel goed uit de voeten kan met de vraag: Waar heb ik zin in?, terwijl ik de vraag: Wat wil ik?, vaak lastig vind te beantwoorden. Een paar zaken hebben mij op het spoor van van thuis-komen en thuis-zijn gezet.

De Nederlandse dominicanes Holkje van der Veer (“de hipste non van Nederland”) publiceerde in oktober vorig jaar het boek Verlangen als antwoord, waarin zij beschrijft hoe haar leven als doopsgezinde Amsterdamse met Friese wortels in de afgelopen decennia vervlochten is geraakt met de orde der dominicanen en zij op een gegeven moment intrad in de orde. Ze beschrijft dominicanen als religieus geïnspireerde mannen en vrouwen die “in het voetspoor van de Heilige Dominicus een leven lang lerend en ontdekkend een eigen spoor trekken”. Ze voelt zich er thuis en beschrijft waarom zij zich er zo thuis voelt. Onbewust heb ik zelf ook het woord thuis wel gebruikt om aan te geven dat ik mij bij bepaalde groepen mensen op mijn plek voel (of verwante woorden als verbonden, welkom), maar op een of andere manier werd ik mij door Holkjes woordkeuze ineens bewust van het belang van het woord thuis. Het woord heeft meer lagen dan bijvoorbeeld verbonden en trilt dieper door.

Dat werd mij zo’n twee weken geleden duidelijk toen ik mijn reactie bemerkte op het nieuws dat Pulsar in Laag-Zuthem bij Zwolle, voorheen De Voorde en De Nieuwe Voorde, failliet is gegaan. Er wordt gewerkt aan een doorstart van de programma’s, zoals de Pulsar-academie, maar het landgoed Den Alerdinck wordt verlaten en daarmee komt er een einde aan de plaats waar ik gastheer ben geweest, met mensen gelachen en gehuild heb, genoten heb van de maaltijden en de natuur en meer mens geworden ben. Terwijl ik dit opschrijf word ik opnieuw verdrietig van dit nieuws. Het is niet het faillissement waarmee ik moeite heb, maar het afscheid nemen van een plaats waar ik mij thuis voel. Thuis voelen heeft te maken met welkom zijn als de mens die ik ben met mijn mooie en moeilijke kanten, maar ook met een plaats, een omgeving, een sfeer. Thuis is een rijker woord dan verbonden.

Het belang van thuis komt prominent naar voren in de titel van het prachtige boek van de Nederlandse priester Henri Nouwen, waarin hij zijn gedachten beschrijft bij Rembrandts schilderij “De terugkeer van de verloren zoon” (naar de gelijkenis van Jezus over een vader met twee zonen in Lucas 15, 11-32). Zijn boek is getiteld Eindelijk thuis en uitgegeven bij Lannoo. Hij beschrijft heel mooi zijn innerlijke ontwikkeling van jongste zoon die in zijn ouderlijk huis terugkeert tot vader die zonder oordeel en vragen welkom heet. Nouwen gebruikt woorden als verzoening, genezing, geborgenheid en rust. Dat zijn woorden die ook ik associeer met thuis. Ze geven weer hoe ontzettend wezenlijk het thuisgevoel is om je echt mens te voelen. Ze maken daardoor ook hard en scherp duidelijk hoe onmenselijk wij in Nederland vreemdelingen behandelen: ons hele beleid is erop gericht om te voorkomen dat zij zich thuis gaan voelen in ons land.

Voor mij persoonlijk is thuis nu een kompas geworden in mijn zoektocht naar verbondenheid als leek met een Nederlandse orde. Een verbondenheid waarin dus niet alleen de mensen en de specifieke spiritualiteit een rol spelen, maar ook de plaats. Waarbij Holkje van der Veer een mooie relativerende maar belangrijke opmerking plaatst, als zij het heeft over de kracht van gemeenschapsleven (de gemeenschap waarin je thuis bent). “Relaties bouwen we op in de hoop dat die lang mogen duren. Vraag je dus niet te vaak af of dit de plaats is waar je thuishoort. Durf je te geven, durf de ander te vertrouwen. Mocht je besluiten om te vertrekken: overal waar je naartoe gaat – daarheen neem je jezelf mee…”